Coronapandemie rechtvaardigt wijziging arbeidsvoorwaarden, maar niet het aanwijzen van vakantiedagen

Werkgevers mogen niet zomaar arbeidsvoorwaarden wijzigen. De Coronapandemie maakt het werkgevers wel iets makkelijker om wijzigingen door te voeren. Echter, niet koste wat het kost.

De rechter deed uitspraak

Ondanks overheidssteun zoeken veel bedrijven extra manieren om kosten te besparen. Recent heeft de Rechtbank Rotterdam een typische Corona-uitspraak gedaan. De werkgever mocht een geplande loonsverhoging uitstellen. Om kosten te besparen.

Een wijzigingsbeding is nodig

Om überhaupt arbeidsvoorwaarden te kunnen wijzigen, is het nodig dat de arbeidsovereenkomst een eenzijdig wijzigingsbeding bevat. Zo’n beding geeft de werkgever het recht om eenzijdig afspraken aan te passen. Maar wel alleen als het belang van de werkgever zó zwaar weegt, dat het belang van de werknemer daarvoor moet wijken. In deze uitspraak had de werkgever aangegeven belang te hebben bij het op korte termijn verbeteren van haar liquiditeitspositie.

De OR heeft ingestemd

De OR heeft ingestemd met een eenzijdige wijziging van de werkgever. In dat geval mag vaak worden aangenomen dat het belang van de werkgever zwaar genoeg weegt voor zo’n wijziging. Dat volgt uit de wet. 

De rechter geeft inderdaad aan dat de acute financiële problemen van de werkgever aanleiding geven voor het uitstel van loonsverhoging. Wel maakt het uit dat het geen permanente wijziging is, maar een eenmalige en tijdelijke maatregel.

Werknemers hebben het recht om op krachten te komen

Ondanks dat de OR ook heeft ingestemd met een gewijzigde regeling voor de vakantiedagen, ging dat niet door. De werkgever wilde het opbouwen van vakantiedagen inperken. Maar hij wilde ook werknemers verplichten om opgebouwde vakantieuren op een bepaald moment op te nemen. Of vakantieuren in te leveren. Daar stak de rechter een stokje voor.

Het is namelijk van belang dat werknemers  vakantiedagen op kunnen nemen op het moment dat zij daar behoefte aan hebben. En dus niet op aanwijzen van de werkgever. De rechter noemt daarbij dat vakantie is bedoeld om op krachten te komen.